Hoe fundamenteel is het recht op water? Belangrijke doorbraak door Nederlandse rechtszaak
Mag je huishoudens met kinderen afsluiten van een basisvoorziening als drinkwater als ze niet in staat zijn om hun rekeningen te betalen? Nee, dat is onrechtmatig, oordeelde het gerechtshof Den Haag deze week.
Het recht op toegang tot water is een fundamenteel recht, zo luidde de conclusie. Het belang van het kind moet vooropstaan.
Altijd water uit eigen kraan
De Staat en drinkwaterbedrijven mogen volgens de rechter niet "bewust de mogelijkheid openlaten dat kinderen te weinig toegang tot water krijgen". Dat doen ze met het huidige afsluitingsbeleid wel, vindt het gerechtshof. Volgens de uitspraak moeten de bedrijven "al het redelijkerwijs mogelijke" doen om te voorkomen dat kinderen niet genoeg water hebben.
Nederlandse drinkwaterbedrijven hebben nu nog de mogelijkheid om de toegang tot drinkwater te ontzeggen als ouders of verzorgers hun rekeningen niet betalen. Dat gebeurt pas na een aantal aanmaningen en meldingen bij instanties die schuldhulp verlenen. Daarbij wordt ook een noodvoorziening voor een paar dagen gegeven. Al sinds 2008 wordt in Nederland geprocedeerd over de wettigheid van afsluitingen. In 2022 nog luidden drinkwaterbedrijven de noodklok over de kans op ernstig drinkwatertekort in Nederland.
De zaak was aangespannen door Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM). De organisaties eisten dat ook kinderen van mensen die de rekeningen niet (kunnen) betalen altijd water uit de eigen kraan moeten kunnen krijgen.
Buitenland kijkt mee
Het is een belangrijke uitspraak waar ook vanuit het buitenland met belangstelling naar wordt gekeken. Het is namelijk zo dat het mensenrecht op water, zoals dat in 2002 werd afgeleid door het Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten uit het gelijknamige verdrag van 1966, niet vanzelf bindend is voor staten. Het is bovendien geen civiel of politiek recht, maar onderdeel van de sociaal-economische rechten. Dit zijn positieve mensenrechten, wat wil zeggen dat de overheid vooral gebonden is om zich ergens voor in te zetten.
Wat dat in de praktijk betekent, volgt uit de uitkomsten van rechtszaken die hierover gevoerd worden, de zogenoemde jurisprudentie, waaronder dus deze uitspraak. Voor overheden betekent dit dat ze zich, in het geval dat kinderen betrokken zijn, minder makkelijk kunnen verschuilen achter de verantwoordelijkheid van anderen, bijvoorbeeld ouders of verzorgers.
De druk op overheden om zich harder in te zetten voor universele toegang tot drinkwater kan flink worden opgevoerd.
Belangrijke jurisprudentie
Daarmee kan de druk op overheden wereldwijd om zich harder in te zetten voor de toegang tot drinkwater voor iedereen flink worden opgevoerd. En dat is geen overbodige luxe in een wereld waar als gevolg van klimaatverandering de beschikbaarheid én betaalbaarheid van water steeds verder onder druk komen te staan.
Laten we niet vergeten dat in veel lage-inkomenslanden juist de meest kwetsbare huishoudens vaak tientallen procenten van hun inkomen kwijt zijn aan water. Deze schaarste en betaalbaarheid leiden tot schrijnende situaties, waaronder sextortion, waarbij vrouwen en meisjes worden afgeperst om seks te ruilen voor water. Overheden hebben een verantwoordelijkheid om een eind te maken aan dit soort mensenrechtenschendingen. Laat deze uitspraak daar een nieuw steentje aan bijdragen.